Listz begon zijn werk aan de transcripties van Beethovens symfonieën in 1838 en verkocht de transcripties destijds aan uitgevers. Hij voltooide de 5e, 6e en 7e symfonie voordat hij het werk opzij zette om zich te concentreren op andere composities en toeren. Pas in 1863 stelden Breitkopf & Härtel voor dat hij de volledige set zou transcriberen voor publicatie. Voor dit werk vereenvoudigde Liszt passages uit zijn eerdere transcripties, waarbij hij stelde dat "hoe beter je Beethoven leert kennen, hoe meer je vasthoudt aan bepaalde singulariteiten en ontdekt dat zelfs onbeduidende details niet zonder hun waarde zijn". Hij noteerde de namen van de orkestinstrumenten die de pianist moest imiteren, en hij voegde ook pedaalmarkeringen en vingerzettingen toe voor amateurs en kijkers.