Beethovens Sonate nr. 27, op. 90 werd in 1814 geschreven en opgedragen aan graaf Moritz von Lichnowsky. In tegenstelling tot traditionele sonates heeft het slechts twee delen. De eerste heeft een 3/4 tempo, klinkt mysterieus geagiteerd en rusteloos en werd door Beethoven omschreven als 'een strijd tussen hoofd en hart'. Het tweede deel, een rondo in de tonische majeur, verstilt echter in een prachtige melodie met een 2/4 ritme. De twee contrasterende bewegingen suggereren een geagiteerde situatie, gekalmeerd door rustgevende tevredenheid. Opvallend is dat Beethoven voor beide delen Duitse tempomarkeringen gebruikt.