Liszt Hongaarse Rapsodie nr. 6, artikel 244/6

Franz Liszt schreef de Hongaarse Rapsodie nr. 6, S. 244/6 (ook LW.A132/6) in 1847. Het is een eendelig solo pianostuk in de toonsoort D majeur, opgedragen aan graaf Anton Apponyi, en gebaseerd op thema's die eerder op Liszt's eigen Magyar Dalok, en Magyar rapszódiák, uit S. 242. De pianoversie werd voor het eerst gepubliceerd in Wenen in 1853 en vier jaar later werd deze samen met andere 5 aangepast rapsodieën, in een orkestrale versie. Dit werd gepubliceerd als S. 359/3 (ook wel Hongaarse Rapsodie nr. 3 genoemd). Deze versie werd in 1874 gepubliceerd. Ten slotte werd in 1874 een derde en laatste versie, voor piano 4-handen, door Liszt zelf geschreven, en het jaar daarop gepubliceerd. De Hongaarse rapsodieën bevatten vaak thema's waarvan Liszt destijds dacht dat ze folkloristisch waren maar die in feite door individuele Hongaarse componisten waren geschreven en vaak door Roma-bands werden gespeeld. Liszt behield wel het structurele apparaat van tempowisselingen dat kenmerkend is voor Roma-muziek, en integreerde tegelijkertijd een aantal pianistische effecten om de specifieke klank ervan te imiteren.

Advertenties

Opnames

Hungarian Rhapsody no. 6, S. 244/6
AfspelenOnderbreken

Voorbeelden


vragen

Er zijn nog geen vragen.