Bruckners Symfonie in D mineur werd gecomponeerd in 1869 en kreeg geen enkel nummer toegewezen door de componist, en werd vervolgens bekend door Die Nullte (wat zich grofweg vertaalt naar The zeroth of in het Engels). Bruckner zelf verklaarde dat het werk 'niet telde' als hij naar zijn symfonieën verwees, en markeerde de partituur met het symbool "∅", later geïnterpreteerd als nul (hoewel het werk na de eerste symfonie werd gecomponeerd). Volgens G. Tintner kwam dit gebrek aan vertrouwen in het werk voort uit een vraag van de verbaasde dirigent Felix Otto Dessoff, die aan Bruckner vroeg: "Waar is het hoofdthema?". Het werk ging pas in 1924 in première. aangeduid als "Symfonie in D mineur, opus postuum", maar in het Engels wordt het meestal "Symfonie nr. 0" genoemd.
