Het is nu bekend dat de eerste vier pianoconcerten van Mozart orkestraties zijn van sonates van verschillende Duitse virtuozen. Door bewegingen uit de sonates van andere componisten te gebruiken lijkt de jonge Mozart te zijn gaan leren omgaan met de structurele problemen van het componeren in de pianoconcertvorm. Het concert is gescoord voor strijkers, piano (of klavecimbel) en hobo- en hoornparen, zoals hierboven. Het eerste en derde deel komen uit Raupach's Op. 1, nee. 1, terwijl het langzame deel gebaseerd is op het openingsdeel van Johann Schoberts Op. 17, nee. 2, een componist die door Mozart bewonderd werd.