Paganini Vioolconcert nr. 5 in A mineur

Het Vioolconcert nr. 5 in a mineur werd in 1830 gecomponeerd door Niccolò Paganini. Het is een van de meest uitgevoerde van Paganini's laatste vier vioolconcerten. Een typische uitvoering duurt ongeveer 40 minuten. Het concert bestaat uit drie delen. Alleen de solopartij van Paganini's Concerto nr. 5 is bewaard gebleven; het originele deel is ofwel niet opgeschreven of nog niet ontdekt, hoewel het eerste waarschijnlijker lijkt. Volgens het manuscript werd het pas in het voorjaar van 1830 gecomponeerd. Dit concert van de beroemdste vioolvirtuoos mag een monoloog voor de viool worden genoemd. Dus ook al is het verminkt, het Concerto nr. 5 is niet verloren gegaan; aangezien de essentiële solopartij bestaat, kan het concert volledig worden uitgevoerd als het op de juiste manier wordt gereconstrueerd. In 1958 vertrouwde Vittorio Baglioni deze taak namens de Accademia Musicale Chigiana toe aan Frederico Mompellio, en in september 1959 werd het concert voor het eerst uitgevoerd. Franco Gulli was de solist en Luciano Rosada de dirigent. Het succes van deze uitvoering was voor Gulli aanleiding om het concert in veel Europese steden te presenteren. Het eerste thema van het majestueuze eerste deel, een thema dat voortkomt uit Le Streghe (Heksendans), en het begin van het tweede deel, zijn ook terug te vinden in Paganini's sonate 'Warschau'. Het Andante is muzikaal wellicht het centrale deel van het werk. In het derde deel is het terugkerende idee een ingenieuze melodie "alla campanella". Volgens zijn gewoonte laat Paganini in de finale het Trio achterwege, aangezien de solist zich hier beperkt tot puur virtuoze passages. Het was blijkbaar de bedoeling van de componist dat het orkest het thema zou spelen.
Advertenties

Plaat muziek

vragen

Er zijn nog geen vragen.