Dit concertstuk voor harp en orkest, Op. 154 werd in 1918 gecomponeerd en een jaar later gepubliceerd. Opgedragen aan Nicole Anckier duurt het optreden meestal ongeveer acht minuten. Er zijn harp, 2 fluiten, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 fagotten, 2 hoorns, 2 trompetten, pauken en strijkers nodig.